Een bedrijf verkopen, in zijn geheel of gedeeltelijk, is niet enkel het privilege van familiebedrijven die geen opvolging hebben. Tijden veranderen en vandaag is er veel ‘dry powder’ (geld) aanwezig bij financiële partijen voor investeringen in gezonde KMO’s met toekomst. Daarom doet iedere KMO eigenaar, jong of oud, er goed aan om eens stil te staan bij de vraag of hij het ondernemersrisico nog steeds helemaal alleen wenst te dragen. Door professionele investeerders aan boord te halen in combinatie met bijvoorbeeld een management buy-in kandidaat wordt niet alleen het risico gespreid, maar kan het bedrijf ook zijn groei versnellen, zijn managementteam versterken, nieuwe markten aanspreken, maar bovenal kan de eigenaar een deel van zijn opgebouwde vermogen liquide maken en veilig stellen.
De motieven voor ondernemers om hun bedrijf verkopen zijn velerlei. “Soms regelt het inderdaad opvolgingskwesties , maar het kan ook zijn dat er geen schwung meer in de onderneming zit, de omzet onder druk staat, er ruzie is tussen aandeelhouders, de ‘war for talent’ te zwaar op de ondernemer weegt of nog, en dat is een nieuwe trend, het is gewoon tijd voor een nieuwe uitdaging”, zegt Lieven.
Verkoop als het goed gaat
“In elk geval moet je er op tijd over nadenken. Als je te laat verkoopt, is het vaak van “moeten” en dan sta je in een zwakkere positie. Met een investeringsmaatschappij tegenover je als mogelijke koper, weet je dat je met een partij handelt die slim en ervaren is in dit soort processen. Dan is het onze taak, als we de verkoper bijstaan, om voor een ‘level playing field’ te zorgen.”
Verkopen betekent zelden dat het verhaal stopt. “Bij 60% van onze verkoopdossiers stap de verkopende aandeelhouder terug in het bedrijf”, benadrukt Lieven. “Met een klein deel van de verkoopprijs koopt hij of zij een minderheid in de overnemende vennootschap van de koper. Op die manier verkleint de koper zijn risico en kan de koper nog mee bouwen aan het verdere succes van zijn onderneming. Het is een pure win-win situatie, waarbij op het moment van verkoop vaak ook meteen wordt vastgelegd hoe en wanneer de verkoper zijn nieuwe minderheid ten gelde kan maken. Dat kan omdat de koper het minderheidspakket na bijvoorbeeld 5 jaar terugkoopt tegen een op voorhand afgesproken waarderingsformule of omdat het bedrijf voor de volle 100% wordt verkocht aan een derde.”
Typische verkoopdossiers in België gaan tussen 1 en 100 miljoen euro, zegt Lieven. De afhandeling neemt snel drie tot negen maanden in beslag. “We gaan een goed onderbouwde ‘equity story’ opstellen, we gaan een genormaliseerde financiële rapportering opmaken, we brengen dikwijls ratio in de waardebepaling, er moet soms vastgoed afgesplitst worden,…, zulke dingen nemen tijd. Er is natuurlijk ook altijd een emotionele component. Potentiële kopers stellen natuurlijk vaak zeer diepgaande vragen, die soms niet goed vallen. Ook daarin moeten we soms buffer spelen.”
Ecosysteem voor fusies en overnames
Momenteel bloeit de markt voor bedrijfsovernames in ons land. Er is dan ook erg veel ondernemend geld beschikbaar; van de klassieke private equity spelers, over familiale en entrepreneurial private equity tot de management-buy in kandidaat die al dan niet in combinatie met het grotere geld succesvolle KMO’s naar een niveautje hoger wenst te tillen. “In België en Vlaanderen in het bijzonder is de wens om te investeren in bedrijven zeer groot”, zegt Lieven. “Als fusie en overname adviseur zijn wij het kloppend het hart van een ecosysteem dat bedrijven, ondernemers en familiale aandeelhouders verbindt met binnen en buitenlandse financiers, strategische kopers en externe managers.” Ook opvallend: de verkopers en kopers worden almaar jonger. “Door de opkomst van de serial entrepreneurs, zijn er meer en meer mensen die op hun veertigste al aan hun derde of vierde bedrijf bezig zijn.”
“Er zijn de laatste jaren ook veel bedrijven verkocht en dat geld kan nu ingeschakeld worden”, pikt Laurent Linkens van VD&P in. “Bovendien is er ook veel meer interesse van private equity-spelers in KMO’s. In de V.S. is die trend al twee decennia aan de gang, nu volgt België. We zien bijvoorbeeld ook een influx van Nederlandse en Franse fondsen in ons land. Deels omdat Belgische KMO’s vaak de reputatie hebben van degelijk geleide bedrijven te zijn met veel potentieel.”